Een tripje Madeira
7 mei 2017 – 14 mei 2017
Door Bernadette Vieverich, familiechroniqueur
Wat eraan voorafging
Mijn tante Ria woont in Toronto, Canada. Ze komt met enige regelmaat, naar Nederland om haar familie, jeugdvrienden en -vriendinnen te bezoeken. Tegen haar zus Anny had ze gezegd dat ze graag Portugal wilde. Dat verhaal sudderde een paar jaar stilletjes door. Toen kwam de dag dat mijn nichtje Petra dacht; kom, ik ga het regelen, dan kan ik zelf mooi mee, als steun en toeverlaat voor moeder Anny en tante Ria. Zo gedacht, zo gedaan. Petra ging op zoek. Via Google kwam ze uit bij Madeira: een Portugees eiland voor de kust van Marokko met een Middellandse Zeeklimaat en een ruig, groen landschap. Opgetogen belde ze mij, haar drie jaar oudere nicht in Amsterdam, om te vertellen over de mooie plannen. Ik wilde ook wel mee, als steun en toeverlaat voor mijn twee tantes. Petra zei: ‘Vier is leuker dan drie.’ And the rest is history.
Zondag 7 mei - arrival
Het vliegtuig bracht ons naar het Cristiano Ronaldo Airport van Madeira. Van daaruit werden we met een busje naar Hotel Calheta Beach gebracht. We moesten even wachten omdat de kamers schoon gemaakt werden. Dat vonden we niet erg: op het terras bij het zwembad was het zonnig en goed toeven. Bernadette haalde een T-shirt uit haar koffer, waar ze een hoofddoek van maakte. Er werden karren met kleine hapjes naar buiten gereden. Dit bleek een ritueel dat zich een paar keer per dag herhaalde: je hoefde hier nooit trek te hebben. Maar ik loop op de zaken vooruit.

Guest of honour tante Ria mocht beslissen over de kamerverdeling. Zo kon het gebeuren dat ieder nichtje een kamer deelde met haar peettante. De kamers waren ruim en licht en boden een prachtig uitzicht op het strand en een kleine haven met bootjes. Nog diezelfde avond werd er gebeld met Curaçao. Met een groot glas wijn in de hand deden de zusjes verslag van het hotel, het zwembad en het heerlijke eten, aan hun broer aan de overkant van de oceaan. Er werd geproost tegen het glas van de Ipad. Petra hield het rond acht uur voor gezien. Ik speelde een paar potjes kaart met mijn tantes. De joligheid steeg, we hadden bekijks van andere tafels. Toen tante Ria een foute grap wilde vertellen greep haar oudere zus in: wie weet wie er allemaal mee luisterden. Gelachen hebben we tóch.
Maandag 8 mei – yoga on the beach
Na een uitgebreid ontbijt gingen Petra en ik enthousiast op onderzoek uit: in het programma stond dat er die ochtend yoga on the beach zou zijn en yoga on the beach zouden we hebben! In een donker kamertje, verstopt in een hoekje van het hotel, vonden we een jonge vrouw die de activiteitenbegeleider bleek te zijn. Ietwat verbaasd over zoveel doortastendheid was ze alleszins bereid om ons een lesje yoga on the beach te geven. En daar stonden we dan, in de ochtendzon, been opgetrokken, handen in namasté-groet boven het hoofd: yoga on the beach, privéles voor twee.
De rest van de dag deden we rustig aan: pedicure in het hotel, bezoekje aan de kapper, zonnebaden op een ligstoel bij het zwembad, genieten van het lekkere eten. Voor elke maaltijd was er een lopend buffet met alles wat je hartje begeerde en méér: fruit, verse groenten, vis, schaal- en schelpdieren, tientallen soorten kaas. Tante Anny maakte kennis met de klassieke smaakcombinatie van blauwe kaas met zoet: jam of compôte. De lokale lekkernij was zwaardvis. We aten het met rijst en groenten. Gezond en mager. Als toetje, omdat we zo verstandig waren geweest: kaas, en pastéis de nata; kleine gebakjes met een vulling van vanilleroom, pruimen of abrikozen. Zodra we ons opnieuw aan het zwembad hadden geïnstalleerd, met hoeden, handdoeken, tijdschriften en zonnebrandolie, kwamen de karren met hapjes naar buiten rollen en hadden we toch alweer een beetje trek. Jetlag hè…
Dinsdag 9 mei – eeuwige mist
De zusjes bleven in het hotel, de nichtjes gingen op stap: een tochtje met de bus naar de beroemde bergketens met hun toppen in de mist. Onderweg stapten we uit bij Pico do Arriero, 1810 meter hoog. Zwarte scherp gekartelde randen verdwijnen eeuwig in de mist, die ontstaat omdat warme en koude luchtstromen elkaar boven Madeira ontmoeten. ’s Middags kregen we een lunch aangeboden in Santana, een dorpje met de laatste casas de colmo: driehoekige huisjes van hout en stro, ooit gebouwd door arme boeren en arbeiders, nu een toeristische attractie. Na een tocht over het eiland met stops bij een paar wijdse uitzichtpunten, kwamen we terug in het hotel, net op tijd om een ronde te maken langs het buffet en aan te schuiven bij de tantes. Reizen maakt hongerig zou vader Johan zeggen. Ook die avond werd er gekaart. Ik verloor, de tantes wonnen, het bleef in de familie.
Woensdag 10 mei – 25 Fontes
Midden in de week ging ik er in mijn eentje op uit om een bergwandeling te maken, naar de watervallen, onder begeleiding van een gids. De lavendel stond metershoog, de gids was een biologiestudent en wees thijm en maretak aan. Ik moest aan Astrix en Obelix denken. Dankzij de langzame stijging van de levadas; rond de bergen omhoog slingerende paden, en mijn splinternieuwe wandelschoenen, kon ik goed meekomen met de groep. De beloning was een magisch uitzicht én 25 Fontes: een bergoase met natuurlijke bronnen waar tientallen kleine en grote watervallen zich vanaf grote hoogte naar beneden laten vallen. Die avond was er op het terras een Portugese zangeres die prachtig zong. Voor tante Ria vroeg ik
I’ll be there van Freddy Fender aan: het lievelingsliedje van Joep, eerder deze maand zo plotseling en onverwacht overleden. De zangeres kende het niet, beloofde dat ze het voor de volgende dag zou instuderen.
Donderdag 11 mei – Madeira is ook wijn
Op de agenda: een bustocht langs de highlights van het eiland. De rollator van tante Anny paste in de bagageruimte, en daar gingen we. De buschauffeur was goedlachs en kende een paar woordjes Nederlands, altijd goed voor een slechte grap. Dwars door de bergen heen reden we naar de andere kant van het eiland, waar we onder meer een crafts-museum bezochten en flessen Madeira insloegen, onder meer voor vader Johan die ik later dat jaar zou gaan bezoeken. In het dorpje Monte maakten we kennis met de traditie van de Tobogan Run: op een slee getrokken door twee mannen kon je over een steile asfaltweg 2 kilometer naar beneden roetsjen. Wij gingen liever een glas Madeira drinken in een lokale bar. Daarna beklommen tante Ria en ik de trappen van een kleine kerk. Daar hadden we goed uitzicht op de Tobogan Run, waar inmiddels een aantal van onze reisgenoten zich aan hadden gewaagd. In het hotel schreven we verjaarswensen op de koker van de fles Madeira voor vader Johan.
Vrijdag 12 mei – markt in Funchal
Een vriendelijke, Spaans sprekende chauffeur bracht ons met zijn taxi naar Funchal, hoofdstad van Madeira, en zette ons af bij de markthal. Daar was alles te koop van groente tot fruit, meterslange zwarte glimmende zwaardvissen, bloemen in alle denkbare soorten en kleuren, leren tassen, jassen en riemen, taart, gebak en pastéis. Onderaan de trap naar de eerste verdieping van de hal kwamen we onze taxichauffeur weer tegen, die tante Anny als een heer zijn arm aanbood en haar samen met Petra de trap op hielp. Bernadette ging met de rollator voorop, tante Ria sloot de rij. Boven kwamen we bij de afdeling borduren: lakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken, schorten, ondergrond smetteloos wit linnen of katoen waar de kleurrijke borduursels goed op uit komen. In een steegje ontdekten we een terrasje in de zon waar we lunchten met vis en salade. Daarna wandelden we door de straten van Funchal. Aan het einde van de middag belandden we weer op ‘ons’ terras, dit keer voor een glas wijn.
’s Avonds zong de zangeres
I’ll be there. We dachten aan Joep.
Zaterdag 13 mei – geen dolfijnen
Na een stormachtige nacht maakten Petra en ik een rondje met een kleine boot vlak buiten de haven: op zoek naar de dolfijnen waar we in de flyer zulke mooie foto’s van hadden gezien. Het was een leuke tocht, dolfijnen waren er niet: het had te hard gewaaid kregen we (achteraf) te horen. De laatste avond stond er een ‘Typical night’ op het programma. In de lounge kwamen we een van de danseressen tegen, gekleed in de dracht van het eiland. Ik zette haar op de foto met mijn tantes: die vormden in smetteloos wit het juiste contrast, een beetje zoals het lokale borduurwerk. Toen het later op de avond echt gezellig werd, en er gasten van hun stoel werden getrokken om mee te dansen in de kring, liet Petra zich verleiden tot een kozak-achtige dans: gehurkt op de grond en vooruit maar met de benen.
Zondag 14 mei
Na een ontbijt van het overvloedige buffet werden we met een busje teruggebracht naar het vliegveld. Vanuit de lucht wierpen we een laatste blik op Madeira.
Het was een mooie reis, er zijn kostbare herinneringen gemaakt, het smaakt naar meer.